M’n ogen uitkijken in Suriname
Blijf op de hoogte en volg Coassistent
24 Augustus 2015 | Suriname, Paramaribo
Maar nee hoor, het is keihard werken in het ziekenhuis zoals maandag blijkt. Als Nederlandse vrouwelijke coassistent moet je vechten om gehoord te worden. Ze hebben liever dat je gewoon doet wat je moet doen en kop houden, niet te veel vragen. Ook de zusters moeten niet al te veel van ons vrouwen hebben. Laat ik nou een mannelijke medeco hebben; die krijgt alles voor elkaar en ik glij regelmatig uit over het kwijl dat die zusters achterlaten wanneer hij langskomt. Ik laat het maar over me heen komen. Ik was gewaarschuwd, niet persoonlijk opvatten. Dat er een vrouw is overleden omdat ze te laat geholpen werd aan een acute buik terwijl mijn voorgangster het een dag eerder al had aangegeven; tja, that’s life. Wij moeten gewoon ons papierwerk doen en niet te veel nadenken. Inmiddels doe ik dat dan maar ook gewoon. De dag begint om 7:30 met uitzoeken wat ik moet doen; ik kijk in een veel te dik boek welke vrouwen bevallen zijn; deze moet ik nakijken en hun baby’s. Daarna kijk ik of er nieuwe opnames zijn en dan begint het feest van statussen zoeken. Inmiddels waardeer ik het elektronisch patiëntendossier enorm; ik ben minstens een uur per dag kwijt aan statussen zoeken. Daarnaast check ik zo’n 10x op een ochtend of de visite begonnen is. De co hoort er nou eenmaal bij te zijn maar helaas is het dan wel te veel moeite om even ons in te lichten dat het begint.
Van de overdracht begrijp ik echt geen bal. Er wordt wat heen er weer gefluisterd tussen zusters en dokters, ik heb geen idee over wie het gaat en wat er gedaan gaat worden. Af en toe staren ze mij aan, dat betekent dat ik iets moet doen; een kutklusje als het laboratorium bellen of een briefje pakken. Tijdens de visite krijg ik dan alles wat ik of een medeco fout heeft gedaan naar m’n hoofd toe geslingerd. Ik heb nog nooít gehoord dat ik iets goed doe. Gelukkig is het inmiddels mijn 9e coschap en heb ik die waardering niet perse meer nodig, maar prettig is het niet. Opeens staan ze allemaal op en lopen in Surinaams tempo langs de patiënten. Gestopt wordt er niet, al lopend wordt er het een en ander tegen de patiënt gezegd: 'naar huis, blijven liggen, echo maken, ijzer kuurtje'. Aan de patiënt wordt niks gevraagd. Na 5 minuten zijn we langs 28 bedden gelopen en kan ik verder met mijn to-do-list. Moeders checken, baby's controleren en nieuwe opnames; het komt m'n neus uit. Gelukkig zitten er in de cokamer 5 andere co's die deze twee weken ook hebben overleefd. Ze steken een riem onder m'n hart, geven een schouderklopje en beloven me dat het beter wordt.
Om 15:00 is het klaar. We stappen op ons fiets en gaan richting huis. Daar is de helft al een paar uur, de rest druppelt langzaam binnen. Samen gaan we naar het zwembad, koffietje drinken, shoppen, bioscoopje, boodschappen doen om zelf te koken of we gaan roti eten. Elke vrijdag is er een afscheidsfeestje en elk weekend een tripje het binnenland in.
Paramaribo is een stad apart. Het heeft meer weg van enkele samengesmolten dorpen. Er is geen hoogbouw; de hoogste gebouwen zijn kerken en enkel zendmasten steken daarbovenuit. Daarnaast is het net zo vlak als Nederland, dus fietsen doen we volop. Een klein verschil ten opzichten van Nederland is dan wel dat ik tussen de auto's doorslinger waar regelmatig gefluit, kusgeluidjes en getoeter uit komt: "bakra! (blanke), mooi!" Verder vinden de Surinamers het maar raar, al die bakra's op de fiets... Dat snap ik ook wel, je wordt hoe dan ook zeiknat namelijk; ofwel van de stikkende hitte waardoor je ondanks het Surinaamse tempo van 10 km/u het zweet overal loopt of door doe tropische plensbui die elke middag de lucht een beetje laat afkoelen.
De supermarkt wel weer een bekend gezicht; doperwten-worteltjes, stroopwafels, drop, knor wereldgerechten, frikadellen, bitterballen, boerenkool, rookworst en chocomel. Alle merken zijn hetzelfde als in de Nettorama danwel Hoogvliet. Er wordt hier volop Nederlands gepraat en enkel de stikkende hitte laat me buiten weten dat ik echt in Suriname ben. Oké, en de bouwstijl. Elke ochtend fiets ik met de opkomende zon naar het ziekenhuis. Een tochtje van 20 minuten en hoewel ik dat nu zo'n 18 keer op en neer heb gefietst zie ik nog steeds 'nieuwe' huisjes. Huizen worden hier geloof ik gebouwd met het principe: we bouwen het en het staat tot het instort... Aan opknappen doen ze niet. Af en toe zie je een huis dat nog gestut wordt met wat palen om 'm overeind te houden maar vaker nog zie je ingestorte gebouwen tussen huisjes zie er niet heel veel beter aan toe zijn maar waar nog duidelijk mensen wonen. Daarnaast staat dan weer een relatief modern gebouw. Ik kijk elke dag m'n ogen uit!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley